Er is bijna niets triester dan een gebouw dat zijn functie heeft verloren en in leegstand staat weg te kwijnen tot de sloophamer het uit zijn lijden verlost. Het overkwam bijna het Anatomiegebouw van de faculteit Geneeskunde van de Universiteit Leiden. Geneeskundestudenten ontvingen tot het begin van deze eeuw hun anatomielessen in dit pand, dat werd gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw. Met de verhuizing naar nieuwbouw verloor het oude gebouw (samen met dat van het tegenover gelegen Pathologiegebouw) echter zijn functie en volgde leegstand en verpaupering.
92 Wooneenheden
Het tekort aan woonruimte, dat elke studentenstad teistert, bracht echter een oplossing. Stichting Boerhaave, in Leiden verantwoordelijk voor huisvesting voor promovendi, wierp rond 2011 de vraag op of het oude Anatomiegebouw na restauratie, transformatie en herinrichting niet te hergebruiken was als studentenhuisvesting voor promovendistudenten. Die toestemming kwam er. Het Leidse Architectenbureau VVKH tekende een oplossing van 92 wooneenheden, variërend in typologie en grootte met een-, twee- en driekamerappartementen van 24 tot en met 74 m2 woonoppervlak. Ieder appartement heeft eigen sanitaire voorzieningen en een kitchenette. Verder werden er in het bestaande volume ruimten voor gemeenschappelijk gebruik getekend, zoals een fietsenstalling, wasruimten en een ontmoetingsruimte. Dankzij de hoge ruimten in het monumentale pand was het mogelijk een insteekverdieping in de wooneenheden te maken en is op deze wijze meer leefruimte gecreëerd. Door het maaiveld rondom te verlagen en van een natuurstenen plint te voorzien, werd ook nog eens in het souterrain een volwaardige woonverdieping gerealiseerd. Ter verdere completering werd naast het bestaande gebouw ruimte gelaten voor een nieuwbouwtoren naar ontwerp van Mecanoo architecten met nog eens 76 appartementen. Beide projecten werden uitgevoerd door Coen Hagedoorn Bouw met hoofdvestiging in Huizen.
Inventarisatie gevel
Alexander de Jong van Timmerfabriek De Jong in Woudsend: “Wij zijn halverwege 2013 bij de renovatie van het Anatomie-gebouw betrokken geraakt. De aanvraag was bestekklaar en we hebben toen samen met de aannemer ingeschreven via een aanbesteding. Het was een redelijk ingewikkeld werk, omdat je bij een bestaand gebouw nooit weet wat je tegen gaat komen.” Het programma bleek redelijk ambitieus. De Jong: “Het gebouw moest voor bewoning natuurlijk beter thermisch geïsoleerd worden. Maar ook geluidwering was een onderwerp.” Om dit zo kosteneffectief mogelijk te doen, en het bestaande gevelbeeld geen geweld aan te doen, hebben aannemer en timmerfabrikant eerst gezamenlijk een inventarisatie gemaakt van de staat van de bestaande grenen kozijnen. De Jong: “Daar waar de verf nog op het hout zat, was het best wel moeilijk om een inschatting te maken van de technische staat van het geveldeel. Vooraf hebben we een inschatting gemaakt van het werk en die is, toen meer informatie bekend werd, elke keer beetje bij beetje bijgesteld. Die ruimte was er gelukkig ook.”
De buitenkozijnen waren voornamelijk van grenen. Daarnaast werden in latere bouwdelen ook iroko en eiken ramen en deuren aangetroffen. Uit de inventarisatie bleek het overgrote deel van de grenen buitenkozijnen met een opknapbeurt weer aan de eisen des tijds te kunnen voldoen.
Origineel
De Jong: “Uiteindelijk is het allemaal nog redelijk origineel gebleven. Aan de achterkant is vooral de houtaantasting aangepakt en zijn her en der wat ramen vervangen en in origineel detail teruggebracht. In het kozijn van het achtergelegen trappenhuis zijn nieuwe delen gezet en is op sommige delen nieuw gebogen enkelglas gemonteerd met nieuwe glaslatjes. Alles wat nog enigszins verantwoord te behouden was, is gebleven. De rest hebben we bijgemaakt en gerepareerd met nieuwe dorpel- en stijlstukken van meranti-FSC.”
Raamhout
Uiteindelijk is alles uitgevoerd met dubbel kader en HR++-beglazing. De bestaande kaders van de kozijnen zijn door de timmerfabrikant allemaal digitaal ingemeten voor de productie van de meranti-FSC-ramen. In de fabriek in Woudsend zijn die ook allemaal contourvormend omgefreesd en voorzien van scharnieren en meerpuntssluitingen om ze in de bouw snel en probleemloos te kunnen monteren. Er is smal raamhout toegepast om de originele uitstraling te behouden in speciale profielen. Hoewel in aanzicht het geveltimmerwerk origineel oogt, zijn de voorheen kiepende bovenramen nu vastgezet en de onderramen vrijwel allemaal draaiend uitgevoerd.
Bij de transformatie zijn diverse energetische verbetermaat-regelen getroffen. Hierbij zijn de maatregelen in het ontwerp zodanig bepaald, dat de woningen (volgens de toenmalige methodiek) voldoen aan Energielabel B, voor een belangrijk deel gehaald door de thermische kwaliteit van de gevel in zijn geheel te verhogen. Tevens worden de woningen verwarmd door middel van een collectief verwarmingssysteem met externe warmtelevering (stadverwarming) en is het ventilatiesysteem voorzien van een hoog rendement warmteterugwinning (Climarad). Voorzetwanden en vrijhangende plafonds hebben de brandveiligheid en geluidsisolatie naar hedendaagse eisen getrokken.
Een jaar
De Jong: “Het was een leuk werk vanwege de uitdaging die er inzat, en natuurlijk de omvang. Daarnaast hebben we ook alle circa vijfhonderd vuren en/of grenen FSC/PEFC- en meranti-FSC-binnenkozijnen gemaakt en geleverd. We zijn als fabriek uitgedaagd om samen met opdrachtgever, aannemer en architect in de uitvoering het hoogst mogelijke eruit te halen op gebied van geluidwerenheid, thermische isolatie en originele uitstra-ling. We hebben het project uiteindelijk in een jaar voor elkaar gekregen, zodat het oude pand een nieuw leven kon krijgen, met respect voor de geschiedenis en historie. En ook dat geeft voldoening.”
Het eindresultaat mag er zijn. Het houten geveltimmerwerk, gerestaureerd en geschilderd, oogt als nieuw en is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de frisse uitstraling van het gebouw. Het contrast met het nabijgelegen nog onderhanden te nemen Pathologiegebouw, maar ook met de nieuwbouwwoon-toren, kon niet groter zijn. De bijzondere eenheden worden sinds september 2015 verhuurd en vinden gretig aftrek. Een voormalige installatieruimte onder de kap wordt nu als spectaculair zolderappartement aan bezoekende hoogleraren verhuurd. Het Anatomiegebouw heeft de toon gezet voor de verdere transformatie van de Boerhaave Campus. Het project is ingediend voor NRP de Gulden Feniks 2016 in de categorie transformatie.